www.nazatendevries.nl
Geschiedenis en Genealogie van het Groningerland
Jan Krijns Noordhof, een doopsgezinde en vreedsame ziener van de toekomst

In 1805 koopt de Doopsgezinde Gemeente van Huizinge een oud huis in Huizinge, nu Torenstraat 10, dat ze verbouwen tot pastorie die in 1807 betrokken wordt door de eerste, gestudeerde predikant. In 1815 bouwt men een kerk met paardenstal op het erf achter de pastorie.

Als in 1833 Ds. Alle Cramer vertrekt, kan de kleine gemeente zich geen nieuwe, dure dominee meer veroorloven. In de kerkkroniek staat dat men Jan Krijns Noordhof, gemeentelid en geregeld ambtsdrager, vraagt om voorganger te worden. Hij wordt niet zomaar gevraagd want men weet dat hij vanaf zijn jonge jaren belangstelling heeft voor theologie en kerkenwerk. Ook heeft hij tijd en gelegenheid om zich aan de gemeente te wijden. Noordhof stemt toe en vestigt zich in de pastorie te Huizinge. Hij gaat theologie studeren, doet examen en heet in de archieven in het vervolg dominee.

Jan Krijns Noordhof is in 1795 geboren op de plaats De Noord in Oosterburen onder Middelstum. Zijn grootvader Jan Clazen is van 1764 tot 1790 vermaner geweest van de Huizinger Menisten. Zijn vader Krijn Jans Noordhof is ook geregeld ambtsdrager en zoals velen in Middelstum, een vurig patriot.

Oliemolen en bierbrouwerij

Jan Krijns en compagnon, zijn zwager Van Kampen, laten in 1818, voor het bedrag van ruim twintigduizend gulden, een oliemolen bouwen aan het Boterdiep in Middelstum met een vlucht van 72 voet en dubbel werk. In 1821 koopt Noordhof met een paar anderen een stellingpelmolen gelegen aan het Boterdiep aan de Toomwerder kant. In 1822 wordt hij enige eigenaar van de grote oliemolen en wordt hij ook nog eigenaar van een bierbrouwerij.

Hij is een bemiddeld man en het tamelijk karige tractement van 700 gulden per jaar is voor hem dan ook geen bezwaar.

Noordhof is ook lid van het Middelstumer Nut opgericht in 1801, een van de 56 oudste Nuts Departementen in Nederland. Hij is penningmeester, later vice- president en president.

De verlichte dominee
De dominee is verlicht en verdraagzaam. Hij houdt eens een Nutslezing met de titel: "Elk heeft zijne wijze van zien". Hij vindt dat vrouwen lid moeten kunnen zijn van het Nut. Dit is nuttig voor de vrouwen en voor de ledenlijst van het Nut. Hij is fel gekant tegen de slavernij in de koloniën, hij fulmineert tegen drankmisbruik en is begaan met minvermogenden.

Politiek

Jan Krijns en zijn broer Sieuwe Krijns Noordhof houden zich ook met politiek bezig en geven een krant uit. Van 1831 tot 1834 verschijnt er in deze provincie een krant in klein formaat (12x12 cm). Dit om het zegelmerk, een belasting, te ontlopen. 'De Ommelander' is, naar eigen zeggen, een 'Tijdschrift ter bevordering van het maatschappelijk welzijn' en valt te typeren als een ultra-liberaal blad. Het wordt uitgegeven bij de drukkers Gebr. Mekel te Uithuizen en baart veel opzien. Financiers en initiatiefnemers zijn de gebroeders Noordhof te Middelstum.

Men protesteert tegen de bevoorrechte positie van het ridderschap omdat 28 edelen evenveel vertegenwoordigers hebben in de staten als 130.000 plattelanders. Men heeft bezwaren tegen de hoge grondlasten en moeite met de armoede van de boerenarbeiders. De redactie wil een herziening van de grondwet. Op vergaderingen van een geheim genootschap, "De Maatschappij tot bevordering van het Algemeen Welzijn", komen de lezerssympathisanten van de krant bijeen in Winsum, Zuidhorn en Middelstum. De gouverneur Rengers laat lijsten aanleggen van bezoekers die hij samen met exemplaren van de Ommelander naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken stuurt.

Hij meldt dat het geschrijf niet veel indruk maakt op de vreedzame burgers van zijn gewest, maar dat het stout en onbewimpeld uitvaren tegen de hoge regering op den duur wel ingang kan krijgen.

Schimpdicht

Een schimpdicht over kadastrale ambtenaren, van de hand van Dr. Middendorp uit Leens, leidt tot het drukpersproces van 1833:

Verachtelijk gespuis,
uit addrenbloed geboren,
door domheid hoog verwaand,
door laagheid diep veracht".

Mekel en Middendorp worden veroordeeld, de Noordhofs ontspringen de dans. Jan Krijns blijft predikant en lid van het Nut en het leesgezelschap. Hij blijft zich inspannen voor een betere wereld. In 1846 sterft hij op 51 jarige leeftijd, diep betreurd door zijn gemeente en zijn geestverwanten. Hij maakt niet mee dat er een grondwetswijziging komt en dat er goede bekenden van hem in de Tweede Kamer komen te weten Geert Reinders, landbouwer op Groot Zeewijk onder Warffum, Rembenus Westerhof, arts te Warffum, Freerk Zijlker, landbouwer te Nieuw Beerta en Mr. B. Wichers te Groningen.

Noordhof wordt begraven op het kerkhof te Huizinge. Het graf is later geruimd waarbij zijn steen verdwijnt. Reint Wobbes, schrijver van dit artikel, vindt hem in brokken terug als verharding op een boerenerf en restaureert de zerk. Vanaf 1998 staat de steen opgesteld in het Rijksmuseum te Amsterdam, als illustratie bij het verhaal over het verlichte, ultra liberale 19e eeuwse Groningen.

Oorspronkelijke schrijver: Reint Wobbes, 2014